DE POSTGESCHIEDENIS VAN ZWOLLE

English version

NEDERLANDSE ANTILLEN EN SURINAME

De Generale West-Indische Compagnie, later Geoctroyeerde West-Indische compagnie (GWC) genoemd, werd opgericht in 1621. Het kreeg het monopolie voor alle handel ten westen van Kaap de Goede Hoop en Amerika en voor het vervoer van post. Voor 1697 zijn er geen tarief- of andere Nederlandse postmerken op de weinige bekende brieven.

Het bedrijf was op dezelfde manier georganiseerd als de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Er waren vijf kamers: Amsterdam, Zeeland (gevestigd in Middelburg), de Maze (Rotterdam), Stad en Lande (Groningen) en het Noorderkwartier (Hoorn). Het bestuur bestond uit de Heeren XIX, gekozen uit 74 commissarissen. De belangrijkste handel was suiker, tabak en de slavenhandel van Afrika naar West-Indië. Vanwege een faillissement werd het bedrijf in 1674 geliquideerd, maar het jaar daarop werd het weer opgericht. Dit bedrijf staat bekend als de 2e West-Indische Compagnie (Tweede Geoctroyeerde West-Indische compagnie.) De Heeren XIX werden vervangen door de Heeren X. In 1792 werd het bedrijf geliquideerd. Haar bezittingen werden overgedragen aan de regering van de Republiek der Verenigde Nederlanden.

De eerste kolonie die door de GWC werd gesticht was Nieuw Nederland (1624-'64). Dit bestond uit het huidige Connecticut, Massachusetts, New Jersey, New York en Vermont. Later werden kolonies gesticht op de huidige Nederlandse Antillen, twee plaatsen in Puerto Rico, de Maagdeneilanden, Tobago, Guyana (het huidige Brits Guyana, Frans Guyana en Suriname) en de nederzetting Nieuw Holland aan de Braziliaanse kust. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, in Afrika, waren nederzettingen in Arguin, Gorée, Goldcoast, Sao Tomé, Annobon, Corisco en sommige plaatsen in Angola en Namibië.

Vanaf 1697 gebruikte de GWC stempels met het monogram en het tarief dat ze voor elke brief rekenden, dat was 6 stuiver. Het werd gebruikt om brieven bij aankomst af te stempelen in het hoofdkwartier van de GWC, het West-Indisch Huis in Amsterdam, bij de Kamer van de Maas (Kamer van de Maze) in Rotterdam en waarschijnlijk ook in Middelburg. Er zijn vijf verschillende typen bekend, allemaal in de basiswaarde 6 stuiver. Het kleinere type, Ø 15 mm was in gebruik tussen 1697 en 1785 en het grotere, Ø 20 mm van 1718 tot 1780. Het grote type Rotterdamse handstempel is te herkennen aan de letter M (Maze) in het ontwerp.

Na de ontbinding van de GWC in 1791 nam de Republiek der Verenigde Nederlanden haar schulden en bezittingen over. De Commissie voor de West-Indische Handel (WH) werd opgericht die tot 1795 in Den Haag in bedrijf bleef. In deze periode waren stempels in gebruik met het posttarief en het monogram van de commissie, 6 ST / WH. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze gebruikt op het kantoor van WH in Den Haag.

Van 1799 tot 1802 werd Suriname bezet door de Britten; Curaçao van 1800 tot 1803. In respectievelijk 1804 en 1807 werden ze opnieuw bezet. Tot 28 februari 1816 bleven beide kolonies onder Britse controle. In 1808 kwamen intaglio-handstempels CURAÇAO - POST - KANTOOR, lokaal geproduceerd, in gebruik. Om militaire redenen introduceerde Groot-Brittannië in 1811 fleuron-achtige stempels met een datum op Curaçao, Sint Maarten en Suriname (zoals eerder in andere Britse koloniën). De Admiraliteit moest kunnen controleren of post met belangrijke informatie over de vijand (Frankrijk) op tijd was bezorgd.

Vanaf 1 maart 1816 waren de Nederlandse Antillen en Suriname weer onder bestuur van Nederland. Brieven werden vervoerd met schepen die niet onder contract stonden bij het postkantoor. Deze scheepsbrieven moesten worden overhandigd aan de kapitein die de bezorging op het postkantoor in de aankomsthaven verzorgde.

Vanaf 1 januari 1844 kon de Europese post in gesloten postzakken worden verzonden met de Britse Royal Mail Steam Packet Company (RMSP) via Southampton. Op 30 september 1867 werd Plymouth de thuishaven voor de terugreis van de RMSP.
In Suriname waren de routestempels SURINAME / OVER / SOUTHAMPTON in gebruik tussen 1879 en 1890, in Paramaribo en Nickerie, hoewel de RMSP de post naar Plymouth bracht. De onjuiste routestempels werden in 1889 vervangen door SURINAME / VIA / PLYMOUTH stempels. Curaçao en Sint Maarten gebruikten deze stempels niet meer.
In 1878 hebben de Nederlandse posterijen onjuiste routehandstempels CURAÇAO / OVER / SOUTHAMPTON naar Curaçao, Sint Maarten en Suriname gestuurd. De RMSP loste de post zoals gezegd sinds 30 september 1867 in Plymouth, haar thuishaven voor de terugreis, niet in Southampton. Na het lossen van de post gingen de schepen wel door naar Southampton waar ze de post ophaalden voor hun vertrek naar West-Indië. Deze routestempels werden in de Nederlandse Antillen wellicht daarom maar zelden gebruikt.

De Compagnie Générale Transatlantique (CGT) startte in 1865 een verbinding tussen Saint Nazaire, Frankrijk, Fort-de-France, Martinique en Colón (Aspinwall), Panama: Ligne A; een zijlijn, Ligne C, ging van Fort-de-France via andere havens naar Paramaribo en Cayenne. Routestempels SURINAME / VIA / ST NAZAIRE waren in gebruik op het postkantoor in Paramaribo en in het Nederlands rijdend postkantoor Rotterdam - Vlissingen.

Rederij Boulton, Bliss & Dallett legde Curaçao voor het eerst aan in 1879. In 1881 werd de naam van het bedrijf Red D Line. Vanaf mei 1882 onderhhielden ze een lijndienst tussen Curaçao en New York waar verbinding was met Rotterdam.

De op 21 juli 1882 opgerichte Koninklijke West-Indische Maildienst (KWIM) verzorgde vanaf 1884 een postverbinding tussen Amsterdam, Paramaribo en Curaçao met bij terugkomst een aanloop naar Le Havre. De tarieven waren lager als de post in Amsterdam werd (gelost) geladen. Routehandstempels NED:W.INDIE / STOOMSCHEPEN / RECHTSTREEKS werden gebruikt voor poststukken die als “zeepost” in Amsterdam moesten worden gelost.


Brief uit Zwolle via Den Helder datumstempel achterzijde) per schip naar Paramaribo en vervolgens naar dominee Arend van den Brandhof "Bestuurder van de Kolonisatie aan de Saramacca" in Groningen aan de Saramacca rivier, Suriname, 23-8-1848. Tarief voor brieven per scheepsgelegenheid 1-1-1827 t/m 31-08-1850, 24 - 32 wigtjes: 120 cent (Corinphila Nederland veiling 245, september 2020).

Posttarieven

Nederlandse Antillen

Nederland

Antillen

via

Scheeps-
gelegenheid

Britse
paketboot

Duitse
paketboot

Franse
paketboot

05-02-1816

05-02-1816

 

8 stuiver

 

 

 

19-04-1816

19-04-1816

 

12 stuiver

 

 

 

01-01-1827

01-01-1827

 

60 cent

 

 

 

21-03-1849

21-03-1849

Porto
Cabello

 

120

 

 

01-09-1850

01-09-1850

40

 

 

 

22-06-1849

22-06-1850

St Thomas

 

135

 

 

02-12-1853

02-12-1853

 

 

115

 

 

02-05-1854

01-05-1854

 

 

85

 

 

02-07-1854

28-06-1858

 

 

65

 

 

01-09-1855

10-10-1855

 

30

 

 

 

16-03-1863

16-03-1863

 

 

85

 

 

01-10-1864

24-10-1864

 

 

65

 

 

01-12-1868

01-12-1868

 

 

 

 

65

01-01-1870

01-01-1870

 

 

55 / 75

 

55 / 75

01-01-1871

01-01-1871

 

20

 

 

 

22-06-1872

22-06-1872

 

20 / 30

 

 

 

29-11-1872

29-11-1872

Hamburg

 

 

25 / 30

 

29-11-1872

29-11-1872

Bremen

 

 

40

 

21-12-1874

21-12-1874

Hamburg

 

 

25 / 35

 

26-02-1876

21-03-1876

 

 

50 / 100

 

 

30-01-1877

30-01-1877

 

 

25 / 40

 

 

 

Suriname

Nederland

Suriname

via

Scheeps-
gelegen-
heid

Britse
paketboot

Franse
paketboot

05-02-1816

28-02-1816

 

8 stuiver

 

 

19-04-1816

19-04-1816

 

12 stuiver

 

 

01-01-1827

01-01-1827

 

60 cent

 

 

21-03-1849

21-03-1849

Porto
Cabello

 

120

 

01-09-1850

01-09-1850

40

 

 

02-12-1853

02-12-1853

 

 

100

 

02-05-1854

01-05-1854

 

 

85

 

02-07-1854

01-07-1854

 

 

65

 

01-09-1855

18-10-1855

 

30

 

 

16-03-1863

11-04-1863

 

 

85

 

01-10-1864

31-10-1864

 

 

65

 

01-12-1868

06-08-1866

 

 

 

65

01-01-1870

01-01-1870

 

 

55

55 / 75

01-01-1871

01-01-1871

 

20

 

 

22-06-1872

22-06-1872

 

20 / 30

 

 

26-02-1876

10-03-1876

 

 

50 / 100

50 / 100

 

20 / 30: tarief voor gefrankeerde / ongefrankeerde post.


Vanaf 24 januari 1876 op de Antillen en 10 maart 1877 in Suriname kon een briefkaart worden gebruikt, doch uitsluitend nog voor correspondentie met Nederland en mits vervoerd per mail (Britse of (voor Suriname) Franse paketboot). Het tarief was 15 cent.

De tarieven werden nadat de Nederlandse koloniën lid werden van de GPU (later genoemd UPU):

Nederlandse Antillen

 

Brieven 0 - 15 gram

Briefkaarten

 

Zeepost

Paketboot

Zeepost

Paketboot

 

NL/SUR

NL/SUR

UPU

NL/SUR

NL/SUR

UPU

01-05-1877

20

25

25

 

12½

12½

01-04-1879

 

 

 

 

 

15-11-1879

 

 

 

 

 

15-03-1882

 

 

 

5

 

 

01-04-1886

12½

 

 

 

 

 

01-04-1888

 

15

 

 

 

 

01-09-1889

10

 

 

 

 

 

01-01-1903

 

12½

12½

 

5

5

 

Suriname

 

Brieven 0 - 15 gram

Briefkaarten

 

Zeepost

Paketboot

Zeepost

Paketboot

 

NL/CUR

NL/CUR

UPU

NL/CUR

NL/CUR

UPU

01-05-1877

20

25

25

 

12½

12½

01-04-1879

 

 

 

 

 

18-02-1880

 

 

 

 

 

15-03-1882

 

 

 

5

 

 

01-04-1886

12½

 

 

 

 

 

01-04-1888

 

15

 

 

 

 

20-07-1889

10

 

 

 

 

 

01-01-1903

 

12½

12½

 

5

5

Van Curaçao naar Venezuela (1-1-1880), Colombia (1-3-1884) en verschillende eilanden in het Caribisch gebied (1-9-1889) en van Suriname naar Frans en Brits Guyana (18-2-1880) gold een verlaagd briefkaarttarief van 5 cent.

 

Laatst bijgewerkt op 15.09.2023 10:19 uur.

Copyright © 2019 - G.L. van Welie FRPSL
Secretaris van de Nederlandse Academie voor Filatelie
Representative of the Royal Philatelic Society London for the Netherlands

Niets uit deze website mag worden gekopieerd, verspreid en/of gepubliceerd zonder schriftelijke toestemming van de auteur.

Heeft u aanvullingen of opmerkingen?

home